Eenden en andere watervogels

Het is lenteweer. Sommige eenden raken helemaal van de leg en gaan in een boom zitten. Andere eenden (ja, ik weet het, het zijn futen) willen juist aan de leg en bouwen een nest. Ik zag ook nog nijlganzen met zeven kinderen, die waren alweer uitgelegd. En tijdens een wandeling van een uurtje kwam ik maar liefst vijf reigers tegen. Maar daar heb ik geen bewijsbeelden van, dus dat moeten jullie maar gewoon geloven.

Uitkijkplek

Eén van mijn favoriete spots tijdens een (lunch)wandeling is net tegenover de Oostpoort aan de andere kant van de Schie. Daar, precies op één plek, kan je de torens van maar liefst vijf markante Delftse gebouwen zien. Ik geef toe: je moet het weten, maar als je een beetje inzoomt op de foto is het echt wel duidelijk. Op de tweede foto is de Lutherse Kerk beter te zien en op de eerste foto zie je de tweede toren van de Maria van Jessekerk. Ik kon niet goed kiezen.

Van links naar rechts Oostpoort, Maria van Jessekerk, Lutherse Kerk, Oude Kerk en Nieuwe Kerk

Nostalgie

Tijdens het luisteren naar een liedje van Vitaa (zonder L) en Slimane waarin zij tig keer “C’est pas la peine” zingen, werd ik patsboem 13 jaar in de tijd teruggevoerd. Wij woonden toen in Montpellier en ik was vrijwilliger in de ziekenhuisbibliotheek van een van de ziekenhuizen in de stad. Ik heb daar destijds een blogje over geschreven en dat staat hier.

Naar Michelle-met-de-hamertenen heb ik geen heimwee, maar naar de rest van die tijd wel. En ook naar Jacqueline die de eerste tijd mijn bibliotheekmaatje was. Zij maakte mij ook wegwijs in de ingewikkelde Franse beleefdheidscultuur. Opgewekt vertelde ze mij op de eerste dag dat wij van de bibliotheekgroep elkaar allemaal tutoyeerden. Dat leek mij gemakkelijk te onthouden en net zoals ik in Nederland gewend was, dus ik knikte. Dat was te vroeg gejuicht, want, zo vertelde Jacqueline: “We tutoyeren iedereen, behalve Françoise, want zij is de présidente van de vrijwilligersorganisatie.” Daar kon ik wel inkomen, qua Franse beleefdheid, dus ik knikte nog maar eens instemmend. Jacqueline vervolgde: “En natuurlijk Hélène ook niet, want zij is de oud-présidente.” Ja, oké, duidelijk. Maar Jacqueline was nog niet klaar met de uitzonderingen. We hadden ook Marguerita nog, die was te oud om te tutoyeren. En Josette, haar man was iets belangrijks. Ik telde na wie ik dan wel mocht tutoyeren en kwam toch nog op een vrouw of drie.

Ondanks of misschien wel dankzij dit soort cultuurverschillen was het leuk om in zo’n typisch Frans clubje mee te draaien. En nu heb ik heel veel zin om een weekje met vakantie naar Montpellier te gaan!

Sneeuw of modderpoel

Zo heb je een prachtige witte wereld, zo is het een modderpoel. Toch maar op pad voor een ommetje en dat goed had ik heel getimed, al zeg ik het zelf. Ik had namelijk een leuke ontmoeting vlakbij huis. Emie heeft daar al over geblogd. De wijnboer had mij nota bene al van verre herkend 😀.

Het Wilhelminapark heb ik maar links (of eigenlijk rechts) laten liggen. Ik heb liever sneeuw dan modder. Maar nog liever heb ik de aangekondigde lente die komend weekend schijnt te beginnen.

Sneeuwwandeling

Het is vandaag waarschijnlijk de laatste dag dat het kan, dus nog even een lekkere sneeuwwandeling gemaakt. Mijn haarband was net klaar, dus die kon ik meteen even testen.

De educatieve picknicktafel was besneeuwd en kunstzinnig bepoteld.

Op sommige plekken was het spekglad, maar we zijn staande gebleven. En de mooie plaatjes lagen wel voor het oprapen.

Weer thuis – een beetje oververhit door de haarband – lonkt een lekker kopje koffie met echt heel erg lekkere macarons. Dat smaakt naar meer.

Julien Clerc

Julien Clerc heeft vandaag een nieuwe CD uitgebracht: Terrien. Hij duurt maar 37 minuten, maar voorlopig heb ik hem toch op endless repeat staan. Net zo lang totdat ik de liedjes en de volgorde helemaal uit mijn hoofd ken.

Misschien is er wel weer een nummer bij dat ik als wekker kan gebruiken. Ik heb tijden lang onderstaand nummer als doordeweekse wekker gehad.

Travailler c’est trop dur.

Momenteel heb ik elke dag een ander lied, waarin de dag van de week genoemd wordt. Dat is handig, want dan weet je bij het wakker worden meteen wat er op het programma staat.

Het sprookje van de kikkerprins

Het wordt tijd om eens werk te maken van mijn Sprookjeshuis. Het staat al jaren op zolder en met enige regelmaat vul ik de inboedel aan met een nieuw (onderdeel van een) sprookje. Maar verder gebeurt er niet veel. Dat gaat vanaf nu veranderen. Ik ga hier laten zien wat er zich afspeelt in het Sprookjeshuis en ik begin met de nieuwste aanwinst: de prinses met de gouden bal.

Kijk haar eens blij zijn met haar gouden bal

Wat jammer is van sprookjes – ik heb dat ook nog maar kort geleden ontdekt – is dat ze totaal verkeerd zijn beschreven. De gebroeders Grimm, moeder de Gans (oorspronkelijk Perault) en Hans Christian Anderson: ze gaven er maar een draai aan. In mijn Sprookjeshuis leven de sprookjesfiguren hun leven zoals het niet in de boeken terechtkwam. Soms liep het beter af, soms ook niet.

Het sprookje van de kikkerprins en de prinses met de gouden bal is een van die verhalen die in werkelijkheid heel anders afliep.

De prinses speelde met haar houden bal dagelijks bij een diepe bron. Op een dag viel de bal in de bron en de prinses was ontroostbaar. Daar kwam de kikker al aangesprongen. In werkelijkheid was hij een betoverde prins, maar dat wist niemand nog. Hij ontfutselde de prinses de belofte dat hij voortaan bij haar in het paleis mocht worden, van haar bordje mocht eten en in haar bed zou slapen. Nou ja, we weten allemaal hoe dat afliep. De prinses kuste hem (of good hem in woede tegen een muur (de gebroeders Grimm hielden wel van wat agressie) en de kikker veranderde in een prins.

Maar dat gebeurde in het echt helemaal niet. De prinses keek wel liever uit. Zij was helemaal niet van plan te trouwen met een of andere prijs die zichzelf had laten omtoveren in een kikker. Ben je mal! Zij had echt geen prins-gemaal nodig. Ze bleef fijn single en zou later geheel zelfstandig het koninkrijk van haar vader regeren. Dus de kikker bleef ongekust. Hij mocht wel van haar bordje eten en in haar bed slapen, maar verder ging ze niet. En de prinses leefde nog lang en gelukkig. De kikker daarentegen had spijt dat hij die gouden bal ooit uit de bron had opgedoken.

Regenwandeling

Vergeten naar het weerbericht te kijken, dus halverwege mijn ommetje ging het regenen. Gelukkig ben ik niet van suiker en had ik een goede, waterdichte jas aan. Als beloning kreeg ik een mooie regenboog te zien. Even later, op een iets fotogeniekere plek, was hij al aan het vervloeien. De ronde kerk – de Pastoor van Arskerk – is niet meer in gebruik en verkocht. Binnenkort start de bouw van 16 appartementen. Wat een leuke project! Het heet Pastorale Delft. Bijna jammer dat ik geen verhuis plannen heb momenteel.

Keitof

Als allerlaatste in Nederland ontdekte ik vorige week Keitof. Ik las voor het eerst over deze hype bij Leidse Glibber en vlak daarna zette mijn leergierige collega P (die ook te veel hobby’s heeft) een foto van een steenuil als voorbeeld ervan op haar facebookpagina. Wat een serendipiteit!

De keitoffe steenuil van collega P

“Maar Hermieneke, wat houdt dat dan in Keitof?” want ik heb vast wle volgers die ook achterlopen qua hypes. Het is in wezen vrij simpel: als Keitoffer beschilder je een steentje (of 10 steentjes of 100), je zet ze uit ergens in de buurt en hoopt dat ze gevonden worden door anderen. De vinder kan ermee doen wat hij wil: meenemen naar huis en in de pronkkast leggen of weer opnieuw ergens neerleggen samen met de 25 stenen die hij inmiddels zelf heeft beschildert. Het is nogal aanstekelijk namelijk..

Veel meer informatie en inspiratie vind je op de landelijke facebookpagina Keitof. Er zijn ook plaatselijke initiatieven, zoals LeidenRocks.

Natuurlijk ben ik zelf – als hobbygevoelige neuroot – ook meteen aan de slag gegaan. Ik pak het groot aan en heb een atelier ingericht. Mijn eerste stenen heb ik uitgezet in de Poptahof. Ik ben benieuwd of iemand ze mee naar huis neemt en weer ergens anders in de stad uitzet!