Reclamemaker Delft

Sinds kort heb ik er een vrijwilligersbaan bij. Een ochtend in de week sta ik achter de balie bij het VVV van Delft in het station. Ik wijs mensen de weg naar het centrum, geef ze een plattegrond en tips mee en hoop dat zij Delft net zo leuk vinden als ik.

Bij het inwerkprogramma horen bezoekjes aan de toeristische hoogtepunten van de stad. Omdat ik min of meer tegelijk met collega M ben begonnen, leggen wij die bezoekjes ook samen af. Wel zo gezellig. Gisteren waren wij in het Vermeer Centrum en in de Oude Kerk. Het Vermeer Centrum geeft een prachtig overzicht van de werken van Vermeer. Er zijn maar weinig van zijn schilderijen over en van de 37 resterende werken zijn er slechts zeven in Nederland en nul-komma-nul in Delft. Maar in het Vermeer Centrum zijn wel replica’s van alle 37 werken. Zij hangen in chronologische volgorde en zijn op ware grootte. Als je ze zo allemaal achter elkaar ziet hangen, valt opeens pas goed op dat hij steeds dezelfde kamer schildert met hetzelfde raam waar het licht zo prachtig doorheen valt. Dat zijn vrouwen vaak hetzelfde geelgouden kleedje aan hebben met de bontrand, wist ik dan weer wel.

In de Oude Kerk was het vooral heel koud. Daarnaast konden we nog de muurschildering zien, die achter het monument van Piet Hein tevoorschijn was gekomen tijdens de renovatie van dit monument. Leuk om te zien, want straks – na de renovatie – verdwijnt de schildering er weer achter. Verder was er een tentoonstelling “Het had gekund” over Johannes Vermeer en Antonie van Leeuwenhoek. Zij zijn tijd- en stadgenoten, in hetzelfde jaar geboren in Delft en zij woonden bij elkaar in de buurt. De expositie gaat ervanuit dat zij boezemvrienden waren, waar volgens mij historisch totaal geen enkele aanwijzing voor is. Het was (in mijn ogen) ook een beetje een kinderachtige tentoonstelling met tekeningen van beide heren (te modern) en dialogen (te popiejopie). Dat gecombineerd met het feit dat zij elkaar waarschijnlijk amper kenden, maakte het voor mij een bevreemdende ervaring.

Gelukkig was het mooi weer en konden we op een zonnig terrasje weer warm worden en even bijkomen van alle indrukken, Toerist in eigen stad: het valt niet altijd mee.

Porceleyne Fles

Al meer dan 30 jaar wonen we in Delft en nog nooit was ik in de Porceleyne Fles geweest. Typisch iets voor toeristen, dacht ik. Totdat ik op zoek was naar een cadeau voor huisgenoot P. Wat geef je iemand die alles al heeft? Natuurlijk een belevenis. In maart organiseert De Maaltuin 5-gangendiners in de Porceleyne Fles. Een leuk concept: een lekkere maaltijd op een historische locatie. Ik meldde ons aan en vorige week was het zo ver.

We werden ontvangen met een aperitief en een amuse in de hal van het museum in een prachtig trappenhuis van keramiek.

Bouwkeramiek heet die tak van sport en het was in de 19e eeuw een groot onderdeel van de Delftse industrie. Na het aperitief was het tijd om door het museum te lopen. Misschien is het de leeftijd, maar ik ga Delfts Blauw steeds meer waarderen. Het is ook niet alleen servies en vazen, maar er is veel meer te zien: tegeltableaus, gedenkborden, en dus het bouwkeramiek.

Aan het eind van het museum werd de eerste gang uitgedeeld en daarna betraden we de werkplaats. Hier volgde een uitleg over het procédé om Delfts Blauw te maken  en een tocht langs mallen en allerlei voorstadia van het eindproduct. Uiteindelijk bereikten we de zolder waar lange tafels gedekt stonden en waar de rest van het diner geserveerd werd. 

Het smaakte heerlijk, er werd een goed glas wijn bij geschonken en een duo luisterde de boel op met stemmige muziek. Natuurlijk aten we van Delfts Blauwe borden. De mensen naast ons aan tafel waren groot fan van de Maaltuin en hadden al meerdere locaties bezocht, zoals het Muiderslot en paleis Soestdijk. Ik vond het een hele leuke ervaring, maar ik geloof ook dat ik één keer voldoende vind. Mocht de Maaltuin een keer bij jou in de buurt komen, is het zeker een aanrader.

Molenstraat

Gisteren liep ik per ongeluk door de Molenstraat. Dat is niet mijn gewoonte, want de Molenstraat is een zeer deprimerende straat. Gelukkig is hij vrij kort, maar toch moet ik om mijn acute sombere stemming op te heffen, de hele Oude Delft (ruim een kilometer lang) aan beide zijden aflopen om weer in humeur te komen. Daarom mijd ik de Molenstraat. Of moet ik zeggen meed ik de Molenstraat?

Ik ontdekte namelijk een schattig Delfts blauw tafereeltje middenin die donkere, sombere, zonloze straat. Daar fleurde ik enorm van op! Kijk en oordeel zelf:

Treurwilg

Tussen de buien door liep ik Emie’s bruggenloopje (van de Koepoortbrug via de Plantagebrug naar de Trambrug en aan de overkant van het Rijn-Schiekanaal weer terug). Tot mijn schrik zag ik dat mijn geliefde treurwilg nu echt overleden was. Een paar stormen terug was er al een dikke, overhetwaterhangende tak afgebroken. Jammer voor de jeugd, die er zomers graag aan mocht schommelen en zich dan luid schreeuwend en lachend in het water liet plonzen.

Ik hoop dat er weer een nieuwe treurwilg voor in de plaats komt, maar vrees eigenlijk van niet. Er staat maar één andere treurwilg langs het kanaal, dus kennelijk is het niet zo’n gewilde boom bij de plantsoenendienst. Even afwachten maar.

Varend Corso Westland

Afgelopen zondag gingen we weer eens naar het Varend Corso Westland kijken. Hoewel het evenement ieder jaar plaatsvindt en echt de moeite waard is, hebben we niet elk jaar zin om te gaan. Dit jaar wel. Het was de 25e keer en alle boten (of de eigenaren ervan) hadden er veel werk van gemaakt.

Het corso is bedoeld om aandacht te vragen voor alles wat de kwekers uit het Westland te bieden hebben zowel wat betreft bloemen als wat betreft groenten. Op vrijdag en zaterdag varen de boten door het Westland en op zondag is Delft aan de beurt. Aan het eind van d emiddag liepen we naar het kanaal vlakbij ons huis en waren we precies op tijd voor de eerste boten. Het corso had nogal vertraging opgelopen doordat de brug bij Den Hoorn niet was opengegaan. Maar dat mocht de pret niet drukken.

We genoten van alles wat er te zien was en en passant konden we ook nog met wat straatgenoten bijpraten, want het blijft toch een beetje ons-kent-ons in Delft. Verder spreken de foto’s voor zich.

Luilak

in de nacht van vrijdag op zaterdag schrok ik om 4.00 uur wakker door een enorm geluid van wel 1000 motoren. Eerst dacht ik dat het oorlog was, maar toen ik uit het raam keek, zag ik de eindeloze stoet motorgeweld langstrekken. Ze reden niet eens knoerthard, maar ze maakten kabaal voor 10. En toen het allang weer vredig en stil was geworden, lag ik nog in bed te shaken en was nog zeker een uur klaarwakker.

Wel leuke kattenfilmpjes bekeken in die tijd. Volgend jaar weer…..

Madame de Berry

Vorige week bezochten wij een wel heel bijzonder huis in Delft: het huis van Madame de Berry. Het is in een woord een belevenis. Cadeautje van mij voor de man die alles al heeft en een paar weken geleden jarig was.

Madame de Berry is het alter ego van Berry Visser, onder andere de oprichter van Mojo Concerts. Het verborgen huis van Madame de Berry is één groot sprookje. Het huis heeft veel salons, die allemaal propvol staan met beelden, lampen, bloemen, tientallen stoelen, decoraties, poppen, konijnen en vooral kleur.

Er is steeds plaats voor vier personen, die met een koptelefoon en een jonge gids-gastheer door het pand worden geleid. In elke salon ga je zitten op een oude stoel of bank en vertelt een stem een stukje van het sprookje. De hele tour duurt exact 50 minuten en dat is veel te kort om alles goed te zien.

In de keuken kregen we een drankje en in de slaapkamer zagen wij Madame zelf met haar drie katten. Omdat het te magisch is om na te vertellen, adviseer ik een bezoek van harte aan. Het huis is alleen in het weekeind te boeken.

Foto’s maken mocht alleen in de ontvangstruimte, waar we verwelkomd werden door de butler. Het geeft wel alvast een idee van de inrichting.

Het Blauwe Podium

Hoewel het al een aantal jaren bestaat, hoorden wij er pas in de zomer van 2023 voor het eerst over: Het Blauwe Podium van Guus Westdorp. Zoals hij zelf zegt, is het een eenvoudig concept: een podium, een piano (of keyboard of vleugel) en mensen die een liedje willen zingen.
Op onze jaarlijkse straatborrel was Het Blauwe Podium aanwezig en Pieter is altijd in voor het zingen van een liedje. Het was leuk om ook andere straatgenoten in actie te zien en het verhoogde de sfeer van onze toch altijd al gezellige straatborrel.

Daarna bleek dat Guus elke maand een Blauw Podium in de bibliotheek heeft. Ook daar moest Pieter een keer bij zijn. En nog een keer. En afgelopen zaterdag voor de derde keer. Ik vond het tijd geworden om maar eens mee te gaan en zo zat ik afgelopen zaterdag te kijken en te luisteren naar optreden van zo’n 17 verschillende zangers/zangeressen.

Het niveau wisselde, want je hoeft niet per se goed te kunnen zingen om mee te doen. Ook het genre liedjes wisselde en dat was heel leuk. Het ging van chanson via klassiek (prachtig liedje van Schubert) naar opera (Verdi, mijn lievelingscomponist als het over opera gaat). Wat heel mooi en ontroerend was, was een liedje vertolkt door twee zusjes. De ene zong het en de ander voerde het lied uitin gebarentaal. Heel bijzonder.

Het Blauwe Podium is dus elke maand een keer in de bibliotheek van Delft op zaterdag van 14 uur tot 16 uur, maar ook in andere plaatsen timmert Guus aan de weg. Heb je de kans een keer te gaan luisteren, zeker doen! En als je van zingen houdt, doe een keer mee.

Rietveldse Toren

Hoewel wij al jaren geleden hebben besloten te blijven wonen waar wij wonen en daarom ons oude huis (uit 1869) geheel naar onze smaak hebben doen verbouwen en inrichten, loop ik soms toch tegen mijn verhuisobsessie aan. Afgelopen zaterdag was het weer zo ver: de Rietveldse Toren staat te koop!!!

Deze toren is een van de drie oude waltorens die in Delft zijn overgebleven. De enige met een woonbestemming en hier bij ons om de hoek. De twee andere torens (de Sint-Huybrechtstoren en de Bagijnetoren) herbergen respectievelijk een roeivereniging en een escaperoom.

Voor een schamele 5,5 ton en nog een paar ton extra om het geheel te moderniseren zouden we de eigenaars/bewoners kunnen worden van een stokoude toren uit 1448. Maar liefst 91 vierkante meters aan het water in hartje Delft (nou ja, aan de rand van hartje Delft). Enthousiast meld ik dit buitenkansje aan Pieter. Helaas is hij niet te porren voor een herziening van onze niet-verhuizen-overeenkomst. Nou ja, misschien maar beter ook. Ik nestel mij op de bank in onze warme, gezellige kamer en geniet van wat ik wél heb en droom van wat ik waarschijnlijk niet eens echt wil.