Lunchpauze en -concert

Vriendin E en ik spreken elkaar altijd iedere week op maandagavond tijdens ons gezamenlijke zogenoemde uurtje ‘Spoorloos-kijken’. Dat doen wij al sinds jaar en dag en dat bevalt nog altijd prima. Jammer alleen dat Spoorloos van de buis is verdwenen. Dat is het ideale programma om bij bij te kletsen. Het is namelijk helemaal niet erg als je een stukje mist. Op de tweede plaats staat Ik vertrek, om dezelfde reden. 

Op dit moment volg ik een korte cursus hiërogliefen op maandagavond (hierover later meer), dus we hebben een pauze ingelast. Elkaar zo lang niet spreken, is natuurlijk ongezellig, dus we hadden afgelopen dinsdag een lunchafspraak. E is vrijwilliger bij de VAK en legt elke derde dinsdag van de maand kussentjes klaar voor het lunchpauzeconcert dat dan plaatsvindt in OPEN. Ik deed eens gek en ging als rasechte grijze dakduif naar het lunchconcert. Ik viel niet op in de grijze menigte. Ik had wel sjans met mijn buurman (oh brrr, hij was geen al te aantrekkelijke catch). Het concert was leuk. Een trio (met de geïmproviseerde naam van de pianist, het Thierry Casteltrio) speelde op vleugel, cello en drumstel heerlijke jazz. En dan te bedenken dat zij invielen voor een plots verhinderd trio!

Na afloop gingen wij naar de buren (Moodz) voor een smakelijke en gezellige lunch. Weer helemaal bijgepraat gingen we tevreden – en door de stromende regen – weer naar huis.

Luminiscence

Gisteren was het dan zo ver: huisgenoot P en ik gingen naar Luminiscence in de Oude Kerk. Dat is een soort ‘son et lumière’ wat je vroeger (grootmoeder spreekt nu over de jaren 70) uitsluitend in Frankrijk in de zomer bij een oud kasteel aan kon treffen. Dankzij de techniek is het tegenwoordig niet alleen wijd verbreid, maar ook nog eens vele malen professioneler dan toen.

Begin november ging Luminiscence van start in Delft. Uiteraard had ik er als VVV-er op 5 november al naartoe kunnen gaan voor de voorvertoning, maar dat was onze trouwdag. Ik had dus andere bezigheden. Tip voor hen die in de buurt wonen of een keer in Rotterdam moeten zijn: Aji in de Pannenkoekstraat. Overheerlijk gegeten! Maar dit terzijde.

Terug naar de Oude Kerk. De voorstelling is al verlengd met de hele maand januari en ik begrijp dat wel. Het is adembenemend. Maar je moet er wel wat voor over hebben. Op tijd aanwezig zijn, omdat er een half uur voor de start al een lange rij staat. Wij waren zo vroeg niet en stonden dus niet vooraan. Maar nog voor de aanvang van 18 uur zaten we toch (opgepropt) klaar op de houten kerkbankjes. Naast mij zat een man die zo nodig met zijn benen zo wijd moest zitten dat wij maar met z’n zevenen op een bankje paste in plaats van met z’n achten. De jongen van de organisatie nam daar geen genoegen mee en dreef ons net zo lang op totdat de man zijn benen keurig bij elkaar deed en er een extra zitplaats was gewonnen. Hij had overigens ook zijn telefoon op ‘standje ticket’, zodat ik steeds verblind werd als hij keek hoe laat het was. Tijdens de voorstelling stak hij de telefoon gelukkig in zijn jaszak. Dit in tegenstelling tot vele anderen. Kennelijk vinden de meeste mensen het prima om pas thuis te gaan kijken wat ze in de kerk hadden kunnen zien.

De voorstelling vertelt de geschiedenis van de Oude Kerk en Delft. De verteller (de bijzonder aangename stem van Daan Schuurmans) is de Oude Kerk zelf. Hij verhaalt van de bouw, de diverse rampen die de kerk hebben getroffen, de ontwikkeling van Delft en zijn bewoners. Het geheel wordt vergezeld van lichtprojecties op zuilen, plafond en een scherm voorin de kerk en begeleid door klassieke en moderne muziek en koorzang. Het duurt zo’n 50 minuten en ik vond het een prachtige belevenis. Ik probeer het verder niet na te vertellen, want dat lukt toch niet. Voor wie de kans nog krijgt: gaat dat zien!

Voor de meisjes

Vorige week gingen wij weer eens naar het Filmhuis Lumen. Zouden we vaker moeten doen, zeker nu zij het megalomane plan hebben opgevat en doorgezet en bijna voltooid om te gaan verhuizen en ZES zalen te exploiteren ergens in de Spoorzone (het nieuwe gebied rondom het station). Dat is niet alleen héél ver bij ons vandaan, maar ik ben vooral bang voor het verlies van de kneuterigheid, die bij een filmhuis hoort. Vrijwilligers die er een kwartier over doen om een kopje koffie te zetten of die wat onbeholpen vertellen dat de film die wij gaan zien vooral bedoeld is om je af te vragen wat jíj zou doen. Maar ook ben ik benieuwd of zij het financieel gaan redden. Er starten steeds weer nieuwe crowdfundingsacties, omdat ze de financiering niet rond hebben, terwijl ze in maart 2026 al gaan verhuizen. Nu moet je weer allemaal je eigen stoel kopen (dat dacht ik toch niet, want ik wil helemaal niet naar een groot filmhuis).

Oké, genoeg geprotesteerd, over naar de film die wij zagen: Voor de meisjes. Ik ga niet spoileren (nou ja, een beetje), maar het bleek inderdaad zo’n film waarbij je je afvraagt: “Wat zou ik doen?” Ik weet het wel, en dat zou iets heel anders zijn dan de ouders in de film. Om te beginnen (dit is geen spoiler) zou ik never nooit een vakantiehuis kopen samen met een wildvreemde echtpaar, dat je net bij de zandbak hebt ontmoet en waarvan het dochtertje… (nu volgt wel een spoiler!, dus je kunt de eerste zin onder de foto overslaan)

… het dochtertje dus, from hell, met haar schepje jouw dochtertje vol in het gezicht slaat.

Je kunt wel raden hoe de film verder verloopt. Of niet, want de film speelt zich zo’n 12 jaar later af als het noodlot toeslaat en er een levensgroot moreel dilemma opduikt.

Advies: ga hem vooral bekijken! Hij won niet voor niets maar liefst drie Gouden Kalveren.

“Wij zijn Delft” (2)

“Wij zijn Delft” is een project van René Jacobs, ik schreef er al eerder over net als stadsbloggenoot Emie. Ondanks mijn goede voornemens was het er nog steeds niet van gekomen om een of twee poppetjes te plaatsen, tot afgelopen vrijdag. Ik troonde huisgenoot P mee en door weer en wind en de regen trotserend liepen wij naar atelier en galerie ART Jacobs.

We werden hartelijk verwelkomd door René en na een snelle blik op onze vaste handen besloot hij dat we onze poppetjes op een bijzondere plek mochten plaatsen: in het linkervrouwspersoon op de voorgrond van het schilderij (de vrouw met het rieten mandje). De twee poppetjes moesten nog in de juiste kleur geschilderd, dus wij hadden alle tijd om even rond te kijken in zijn atelier. Dochter Sofie was bezig om de nodige poppetjes te kleuren voor een ander project, maar werkte naar eigen zeggen ook veel mee aan het “Wij zijn Delft”. Volgens haar trotse vader heeft Sofie vaak goede ideeën, die hij dan weer toepast.

Toen was het zo ver: wij mochten onze bijdrage leveren. Helaas hadden we geen tijd om onze actie op de gevoelige plaat vast te leggen, maar dat heeft René wel gedaan. Ik heb alleen foto’s van voor en na, maar dat is natuurlijk ook waar het om draait in dit project.

Hymne van Delft

We hebben het er maar druk mee, huisgenoot P en ik. Met Delft promoten en ondersteunen, bedoel ik. Huisgenoot P maakt tegenwoordig in aanloop naar zijn pensionering (ooit) alvast meer tijd voor zijn hobby zingen. Zo is hij niet alleen fanatiek deelnemer aan het Blauwe Podium van Guus Westdorp, maar liet hij zich ook lubben voor een gelegenheidskoortje van Guus. Met elkaar studeerden zij ‘de Hymne van Delft’ in (gecomponeerd door Guus himself, tekst ook door Guus samen met Marcel Donze). Afgelopen zaterdag zongen zij de hymne in de Nieuwe Kerk. Daar vond een benefietmaaltijd plaats om geld in te zamelen voor een grote verbouwing van de Nieuwe Kerk. Meer over de plannen is hier te vinden. De stadsmaaltijd én de hymne waren beide een groot succes: 24.000 euro opgehaald! TV West maakte opnamen, maar daar kwam het lied er bekaaid vanaf. Vandaar deze link naar een eerdere uitvoering van Krashna Musika (het studentenmuziekgezelschap van de TU Delft). 

Laat de verbouwing nu maar snel beginnen, des te sneller is de kerk weer helemaal klaar voor de toekomst. En laten we er nog maar niet aan denken dat er tijdens die grote verbouwing een koninklijke bijzetting moet plaatsvinden.

Verhuisd

Vorige week was dan eindelijk de langverwachte verhuizing van het VVV naar het Huis van Delft. Oorspronkelijk was de planning dat de bouw al eind 2021 gereed zou zijn. Jammer genoeg waren er de nodige tegenslagen en liep alles een aantal jaren uit. Maar woensdag sloten de deuren in het station en waren we een paar dagen dicht om in te pakken, te verkassen, weer uit te pakken en in te richten.

Zaterdag was het zo ver: om 10 uur openden we de (loodzware) deur van ons nieuwe onderkomen en hadden collega E en ik de eer om de allereerste dienst te draaien. Het was rustig – de loop moet er nog inkomen – maar de bezoekers die langskwamen, waren allemaal even enthousiast. In de ruimte is plaats voor toeristische informatie, souvenirs, maar er is ook veel aandacht voor Delftse ondernemers en hun producten. Denk aan bonbons van De Lelie, chocolade van Van der Burgh, kaarsen van de Stadskaarsenmakerij, meel van Molen de Roos, enzovoorts. Elke maand krijgt één van de Delftse ondernemers ruimte op onze stip om zijn/haar onderneming onder de aandacht te brengen. We trappen af met Molen de Roos.

Naast onze ruimte is aan de ene kant de Blue Gallery en aan de andere kant de Innovation Gallery. Die laatste is nog in aanbouw, maar de Blue Gallery is al bijna klaar. Het is nu al een enorme trekker met zijn 2000 vierkante meter Delftse canon in tegeltjes. Het kunstwerk van Job Smeets is nog niet helemaal af, dus de geïnteresseerden moesten achter glas kijken. Hopelijk lukt het om volgende maand de deur ook daar te openen. Ik heb uiteraard al wel foto’s kunnen maken.

Laatste etappe: van Limoges naar Delft terug

Jullie hebben de laatste paar dagen van onze vakantie nog tegoed. Van Limoges trein en we naar Lilles. Die stad was niet nieuw voor ons, in 2017 waren we er ook al eens. Later bleek dat we in hetzelfde hotel een kamer hadden genomen (Pieter herkende het hotel, ik niet) en dat er zelfs precies dezelfde foto is van mij op bed zittend in (hetzelfde!) slaapshirt. Jullie moeten mij op mijn woord geloven, want ik laat de foto’s hier niet zien.

Porte de Paris in Lille

Na een dagje Lille gingen wij op de laatste dag lunchen in Antwerpen en reden daarna door naar Delft.

Oost west thuis best. En dat vond Minette ook.

Minette is blij

Huis van Delft (2)

Gisteren was de zomerborrel van Delft Marketing (waar de VVV-winkel onder valt. Voorafgaand daaraan kregen we een rondleiding door het Huis van Delft, waar ik al eerder over schreef. Toen (in 2021 nota bene) kon ik nog niet vermoeden dat dat mijn toekomstige werkplek zou worden (en ook niet dat het nog zo eindeloos lang zou duren). Maar na de zomer is dan zo ver: we gaan als VVV verhuizen van de stationshal naar het Huis van Delft. Onze toekomstige ruimte is dan klaar, dus die planning lijkt reëel. Het hele gebouw moet in elk geval begin 2026 gereed zijn.

Wij komen in het midden van het gebouw met aan de linker- en de rechterkant de Innovation Gallery. Ik citeer nog maar eens de website:  Het unieke van de Innovation Gallery is dat iedereen welkom is, de ruimte is vrij toegankelijk, en biedt – ook door de organisatie van educatie-projecten – de bezoekers een interessante inkijk in de wereld van wetenschap, technologie en kunst. Zo ontstaat er een Huiskamer in Huis van Delft, waar Delftenaren en bezoekers aan de stad welkom zijn. Ik voeg hier aan toe, dat de ingang van de VVV tevens de ingang van de Innovation Gallery is. Wij rekenen dus op veel bezoekers, niet alleen toeristen, maar ook Delftenaren.

Links en rechts komen twee ruimtes met een verschillend thema. Links ligt de nadruk op Delfts Blauw met het enorme kunstwerk van Job Smeets waarin de Canon van Delft wordt verbeeld. Het bestaat uit tegels voornamelijk in Delfts blauw en bedekt een oppervlakte van ruim 2.000 vierkante meter. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer je ziet. Werkelijk prachtig! Op de website van het Huis van Delft zie je er een foto van, maar die durf ik hier niet te plaatsen vanwege copyrights. Rechts van de VVV-ruimte  komt band met het huis van Oranje aan bod. Hoe dat er precies uit komt te zien, is mij nog niet duidelijk, want dat was nog een redelijke bouwplaats. Ook het Auditorium daar weer naast is nog niet klaar. Het wordt wel een mooie plek voor voorstellingen.

In het midden komen wij van de VVV. We krijgen tien keer zo veel ruimte als we nu hebben, wat zal dat heerlijk zijn! Hopelijk ook minder OV-vragen, als we duidelijk los staan van het station. Het zal nog wel even flink buffelen zijn voordat we echt verhuisd zijn, maar ik geloof wel dat we er allemaal heel veel zin in hebben.

En ook belangrijk: de zomerborrel bij De Gist was heel gezellig!

Tandartsenleed

Vandaag ging ik naar de tandarts. Mijn relatie met tandartsen is niet heel best, zelfs al zijn sommigen van mijn beste vrienden tandarts van beroep (nou ja, eentje eigenlijk). Dat ik geen sterk gebit heb, helpt niet, maar het is toch vooral het schrikbewind van de twee tandartsen uit mijn jeugd. En dan ben ik niet eens bij de schooltandarts geweest; in elk geval niet dat ik mij kan herinneren.

De eerste gezinstandarts was al bijna met pensioen en in mijn kleuterogen dus stokoud. Hij had nog een trapboor en mishandelde daar mijn arme melkgebit pijnlijk mee. Als troost kreeg ik dan een foeilelijk plastic beestje uit een vieze, glazen pot.

Na zijn pensionering kwam er een jonge, moderne opvolger, die uiteraard al het werk van zijn voorganger afkeurde en opnieuw ging doen. Deze jonge, moderne tandarts was een enorme bullebak, die niet alleen tegen zijn (talrijke) assistentes grauwde en snauwde, maar ook tegen zijn vrouw, die hen verving als er weer eens eentje was weggelopen of ontslagen. Ook zijn patiënten ontzag hij niet. Ik was doodsbang voor hem. Dat mijn natuurkundeleraar op de middelbare school op hem leek, was voor geen van beide heren een pluspunt. Mijn zus en ik gingen met elkaar mee naar afspraken om elkaar in de wachtkamer mentaal te steunen. Dat vond de tandarts bespottelijk en hij beet de zus-zonder-afspraak dan toe: “Waarom ben jij er ook? Je hebt toch geen afspraak!”

Aan deze nachtmerrie kwam pas een eind toen huisgenoot P en ik gingen samenwonen in Rotterdam en hij aldaar een tandarts zocht en vond. Een jonge, net afgestudeerde tandarts, die de helft van de tijd kunstenaar was: dat klonk leuk en daar wilde ik ook wel patiënt worden. Tandarts H hielp mij van mijn doodsangst af en daar ben ik hem nog steeds innig dankbaar voor. Dat deed hij door enorm te babbelen tijdens de behandeling (afleiding), door zijn handigheid, waardoor alles vrijwel pijnloos verliep (uitgezonderd een enkele wortelkanaalbehandeling) en door mij van mijn kaakprobleem te verlossen met behulp van een kaakspalk (ook wel de Kalkspaak genoemd).

Maar we wonen inmiddels al ruim 30 jaar in Delft en worden een dagje ouder, dus het leek wel handig om een tandarts in Delft te zoeken. Vlakbij in het centrum zit een grote praktijk waar nog plek was en twee jaar geleden waagden wij de overstap. Voor het eerst in mijn leven bezocht ik de mondhygiëniste, leerde nog beter poetsen en de nieuwe tandarts joeg mij geen angst aan.

Tot vandaag. Toen vertelde zij mij dat ik – waarschijnlijk – twee ontstekingen onder de wortels van de kanaalbehandeling heb. Schrik-op-schrik, hoe blijft een mens gezond? Nu heb ik in september een afspraak bij de wortelkanaalbehandelingsspecialistentandarts in de praktijk voor een advies. En naar ik vrees zal daar een verschrikkelijke behandeling uit voortvloeien zodat ik weer terug ben bij nul (de trapboorangst).

Eerst maar even met vakantie….