Schoonmoeder 88 jaar

Een eerbiedwaardige leeftijd! De laatste van onze ouders, mijn schoonmoeder, is vorige week 88 geworden. Dat moest uiteraard gevierd worden. Mijn schoonmoeder komt uit een groot Brabants gezin. Hoewel niet meer compleet, was het toch nog een heel gezelschap: C, haar Franse vriend, haar nichtjes B en S en drie broers en een zus met hun partners. Helaas moest haar andere zus verstek laten gaan vanwege haar gezondheid en zijn er drie broers al overleden. Met z’n veertienen vulden wij precies de serre van Villa de Duinen in Noordwijk (waar mijn schoonmoeder woont). 

De Brabantse familie kwam deels wat later door verkeersproblemen (nog ruim op tijd voor de maaltijd) maar gelukkig bleven ze ook allemaal lekker lang plakken zoals het in die familie hoort. De koude kant, zo heet dat daar (en dat is niet onaardig bedoeld) heeft zich er allang bij neergelegd en aan aangepast. Als een familielid aankondigt te gaan vertrekken, kan je rustig nog een cake gaan bakken. Kortom, na een fantastisch lekkere lunch en na uitgebreid bijgepraat te zijn, waren we moe en tevreden om 19:30 uur weer thuis en konden we de avondmaaltijd gewoon overslaan.

Hopelijk wordt schoonmama volgend jaar weer een jaartje ouder en kunnen we dat op gepaste wijze weer met elkaar vieren.

Keukenhof

Nu ik VVV-medewerker ben, voelde ik mij geroepen om ook eens een bezoek aan de Keukenhof te brengen. Ergens in mijn opvoeding is er iets mis gegaan, want ik was daar nog nooit geweest. Mijn zus heeft dezelfde opvoeding gehad, dus wij kozen de Keukenhof als bestemming voor onze zussendag.

Eerst ging ik met de trein naar Leiden en daar werd ik in een bus gepropt met nog 100 andere toeristen waarvan de helft moest staan (ik had mij gelukkig snel op een stoel kunnen werpen). Het was een goede voorbereiding op de rest van de dag. Met name als je iets wilde eten of drinken waren er gewoon te veel mensen en te weinig stoelen.

Maar: het park is prachtig! Hoewel wij om de paar meter moesten opmerken dat onze vader – bioloog – zich in zijn graf zou omdraaien vanwege alle gemanipuleerde en doorgeteelde tulpen met kartelranden, dubbele bloemen en andere onnatuurlijke eigenschappen, vonden wij het meestal toch mooi. Mogelijk zegt dat iets over onze kitscherige smaak, maar in elk geval begrepen wij nu waarom we nooit met onze ouders naar de Keukenhof waren geweest. Toch geen gebrek in onze opvoeding, maar juist een poging om ons goed op te voeden.

Zussen en zo

Vorige week was de 101e geboortedag van onze moeder. En hoewel zij – zoals de zoon van vriendin L zo treffend zei over zijn oma – “als ze nog leefde, nu wel dood zou zijn”, besloten zus F en ik dat het wel mooi zou zijn om onze maandelijkse zussendag op deze dag in Leiden (de stad van onze jeugd) door te brengen.

Zo gezegd zo gedaan en we begonnen de dag in de Bruine Boon met koffie en een carrot cake. Daarna startten we met de Singelparkwandeling. Er was prachtig weer voorspeld, maar de werkelijkheid was vrij mistig. Niet getreurd, tijdens de wandeling zou het wel opklaren. Dat deed het ook, rond 16 uur.

Leiden is een prachtige stad en een belangrijk onderdeel daarvan zijn de singels. Vrijwel helemaal rondom het centrum liggen de diverse singels met nog her en der een oude stadspoort. Sinds een paar jaar kun je door het aangelegde stadspark (bijna) helemaal rondom wandelen. Op een paar plekken lukt dat niet, omdat er nog gebouwd wordt, maar dat mocht de pret niet drukken. Ruimtelijk uitgedaagd als wij allebei zijn, verbaasden we ons wel af en toe “Oh, zijn we hier?” “Hé, we zijn vlakbij huis” (nou ja, 40 jaar geleden het huis van onze ouders). We liepen door het Plantsoen langs de volière waar ik als peuter langs werd gereden in mijn wandelwagentje tijdens de zondagse wandeling. De volière was er nog steeds. Uiteindelijk gingen we lunchen bij Pardoeza in de Doezastraat. Dat heet al 40 jaar geen Pardoeza meer, maar omdat wij nooit kunnen onthouden of het nu De Vriend heet of De Belastingen, zeggen we gewoon Pardoeza.

Na de lunch vervolgden wij onze weg langs de Hortus botanicus. Daar kwam ons op de fiets de vroegere hortulanus Carla Teune (klik op de link en scroll even naar beneden) tegemoet. Zij werkte al in de hortus toen zus F daar in de jaren 70 stage liep en nu werkt zij (Carla dus) er nog steeds, maar dan als pensionada en nog maar halve dagen, want zij is al op leeftijd. Leuk even met haar gepraat en later bedacht ik pas dat zij vroeger altijd in de vakanties op onze hond paste. Dat hebben we dus niet gememoreerd, maar het ging ook over de periode dat ik al niet meer thuis woonde.

Na deze ontmoeting verlieten we de route. De mevrouw van het VVV had ons namelijk geadviseerd even langs de Langebrug te gaan en een kort bezoekje aan de Young Rembrandt Studio te brengen. Op die plek kreeg Rembrandt voor het eerst schilderles van Jacob van Swanenburgh en je kon er een korte, knapgemaakte film bekijken over die periode. Na afloop kochten wij souvenirs voor onze mannen (sokken voor zwager J en een tas met de Pieterskerk erop voor huisgenoot P).

Het laatste stukje route lieten wij voor wat het is en zo eindigde de laatste zussendag van 2024. Ja ja, want vanaf november gaan we weer twee keer per week HOVO-en en er zijn grenzen aan ons familieziekzijn.

Weekeind Nijmegen

Vorige week hadden we een familiedag op zondag ergens in een jachtslot op de Mookerhei. De dag ervoor reisden we alvast naar Nijmegen en bezochten daar het Velorama oftewel Fietsmuseum. Een enorme verzameling oude fietsen! Erg leuk om te zien, maar ook erg stoffig (tip: koop een stofzuiger en laat de vrijwilliger die aan de kassa zat te dutten, eens lekker de handen uit de mouwen steken). Gelukkig was het prachtig weer en konden we het stof er weer uitlopen langs de Waal.

’s Avonds hadden we een tafeltje gereserveerd in Bistro Berlin. Daar bleek Ron Blaauw mede-eigenaar te zijn en dat was een beetje jammer. Ron ziet zijn gasten namelijk vooral als een dikke portemonnee. Alle tafeltjes waren dan ook dubbel geboekt en de verschillende gangen werden er met een noodgang doorheen gejaagd. Zo snel, dat we zelfs het eerste glas van het wijnarrangement hebben overgeslagen, omdat we nog aan het aperitief zaten bij gang 1. Maar: het was wel heel erg lekker eten, dus dat hield ons op de been.

De volgende dag per fiets naar de Mookerhei. Eerst gewandeld met een eliteclubje (de meeste ooms en tantes en neven en nichten sliepen lekker uit of kwamen van ver). Wat is de omgeving van Nijmegen toch mooi! We hadden er een paar jaar geleden al eens een week gewandeld en herkenden de uitzichttoren 😀

Na de wandeling was er een high tea, waar gelukkig een redelijk omvangrijke groep familie aanschoof. Superleuk om weer eens bij te praten met deze en gene en om de jongste aanwinst van de famile te aanschouwen. Pas 8 maanden is hij en hij leek het allemaal heel gezellig te vinden. Net als wij.

Zussendag 2

Ja! We hadden weer een Zussendag. Niet de tweede, maar al de vierde, maar ik heb er niet elke keer over geschreven. In maart en april hadden we het te druk met HOVO-en en verviel de zussendag, maar in mei hebben we het weer opgepakt en lekker gewandeld in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Afgelopen dinsdag was het minder mooi weer en was Den Haag de bestemming.

De ochtend begon met een Hofjeswandeling o.l.v. een stadsgids. De groep zou klein zijn, daar was al voor gewaarschuwd. Dat wij de enige twee leden bleken te zijn, was toch nog verrassend. Al wachtend zagen wij diverse mensen aan voor onze toekomstige gids of groepsgenoten, maar uiteindelijk hadden we het steeds mis. De gids was gelukkig erg aardig en had een enorme ordner bij zich met alle wetenswaardigheden van de wandeling (en meer) erin. Af en toe bladerde hij driftig in de ordner om ons een afbeelding van vroeger tijden te laten zien. Dat verrijkte de wandeling op een leuke manier.

Als niet-Hagenees wist ik eigenlijk niet eens dat er hofjes waren in Den Haag, maar zus F wist het gelukkig ook niet (en zij heeft 12 jaar in de Hofstad gewoond, nota bene in dezelfde straat als onze gids). We begonnen de wandeling bij een moderne versie van een hofje, gebouwd in de jaren 80 van de vorige eeuw en we eindigden bij het oudste en mooiste hofje uit de 17e eeuw. Huisjes met prachtige trapgeveltjes, een grote binnentuin en het is ook nog eens een trouwlocatie. Dat laatste kan ik mij wel voorstellen qua ambiance, maar een hofje is nu toch juist bij uitstek bedoeld voor ongetrouwde vrouwen, dus het is ook licht verwarrend.

Toen de wandeling was afgelopen, hadden we nog tijd over (met 10 mensen loop je kennelijk toch een stuk langzamer dan met twee. De gids bood aan om nog een stukje Joodse buurt mee te pakken. Ook een heel interessant stukje stad. Nu is het China Town compleet met rode lampionnen en twee Chinese poorten. De reden daarvan is uiteraard de gruwelijke Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Er waren nauwelijks meer Joodse bewoners en in de jaren 60 kwamen er veel immigranten van Chinese afkomst naar de stad. Maar de sporen van de Joodse oorsprong zijn gelukkig nog terug te vinden.

Op het Rabbijn Maarsenplein is een monument voor de 12.000 weggevoerde en vermoorde Joden opgericht. Dit bestaat uit een driedelige muur met in het midden een deur op een smalle kier. Hierop is een sculptuur van een Davidster geïnstalleerd. Twee koffers staan symbool voor de deportatie. Deze koffers zijn van onderaf verlicht. Zes stenen ovale zitplaatsen staan symbool voor de zes miljoen vermoorde Joden. Elke steen toont aan beide kanten een reliëf sculptuur dat voor een van de twaalf stammen van Israël staat.

Er is ook een ontroerend mooi monument voor de omgekomen kinderen. Dat bestaat uit stoelentrappen (trappen gemaakt van opgestapelde stoelen) van verschillende hoogtes waarop de namen en leeftijden van 400 omgekomen kinderen zijn geschreven. Het plein is een soort speeltuintje en onze gids vertelde dat er ook vaak kinderen op die stoelen zitten en klauteren. Op deze website kan je foto’s zien van de monumenten en dat verduidelijkt mijn beschrijvingen hopelijk.

Na afloop van de wandeling begon het te regenen en zijn wij uitgebreid op het Plein gaan lunchen tot het tijd werd om weer huiswaarts te gaan.

Thee

Afgelopen vrijdag begon mijn eerste HOVO-cursus van het jaar. Samen met zus F en vriendin Q had ik mij aangemeld bij een cursus over Chinese thee. Toen vorige week de deelnemerslijst binnenkwam, zag ik dat ook vriend H zich had aangemeld. Best logisch, want hij is China- en theefan. Op de lijst zag ik ook nog een 2e Hermien en dat is best bijzonder, want zo vaak kom ik geen naamgenoten tegen.

Het was weer een feest van grijze dakduiven. Niet verwonderlijk, want bedoeld voor ouderen (boven de 50, maar in de praktijk vooral boven de 70). De naamgenote bleek in de Middeleeuwen biologie gestudeerd te hebben en had nog college gelopen bij mijn vader. Dat was wel heel grappig, want we waren nooit eerder mensen tegengekomen die hem hadden gekend. Nou ja, niet in HOVO-kringen in Leiden om precies te zijn.

De theeles was heel erg leuk. Zelf hou ik eigenlijk niet echt van thee behalve als ik ziek ben, maar dat gaf niet. Mijn persoonlijke doel van deze cursus is om uit te vinden of ik Chinese thee misschien wel lekker vind. De cursus bestaat uit twee componenten: theorie over het hele theeproces van pluk tot theekopje en het proeven van diverse soorten. De docente doet het ontzettend leuk. Heel relaxt en alles is goed wat je doet en wat je lekker of vies vindt. Ze hoopt alleen wel dat we na de cursus ook soort en kwaliteit kunnen onderscheiden.

Helaas zit er natuurlijk ook weer een betweter in de groep. Getooid met een grote nierband over zijn overhemd (wandelende nier? gevaarlijke motorrijder? aansteller?) wist hij in twee uur tijd 50 vragen te stellen allemaal bedoeld om zijn kennis te etaleren. Zo jammer!

Zussendag

Afgelopen woensdag hadden zus F en ik voor het eerst in ons leven “zussendag”. Natuurlijk gingen we al die 60 jaar dat we al zussen zijn vaak genoeg samen op pad, maar nooit regelmatig. Nu we allebei niet meer werken is het tijd voor wat meer regelmaat 😀. Elke 3e woensdag van de maand gaan we er samen op uit. Behalve in maart en april, want dan hebben we al een ander gezamenlijk programma, maar daarover later meer.

Deze eerste keer deden we een beetje rustigaan. We begonnen met een lunch bij Van der Werff in Leiden. Even bijkletsen. Daarna op naar het SieboldHuis op het Rapenburg. Pieter en ik waren er al eens eerder geweest, maar F nog nooit. En deze keer was er ook meer te bekijken dan 3 jaar geleden.

Eerst bekeken we een film over het leven van Von Siebold. Dat was heel apart vormgegeven. Hij vertelde zelf over zijn leven in Japan met zo veel opschepperij dat ik haast niet kon geloven dat dit serieus bedoeld was. Ik hou het dus maar op een pastiche. In de 18e en 19e eeuw was Japan helemaal afgesloten van de buitenwereld. Alleen China en Nederland hadden een handelsovereenkomst. Von Siebold zat gedurende een periode van 6 jaar (tussen 1823 en 1829) in Deshima. Zogenaamd als arts, maar in werkelijkheid op bevel van de regering om zoveel mogelijk informatie over Japan door te sluizen. In die tijd verzamelde hij prenten, lakwerk, keramiek, fossielen, herbaria, geprepareerde dieren, munten, kleding, oude landkaarten en honderden andere schatten. Maar die landkaarten werden hem noodlottig. Zij werden gevonden terwijl von Siebold ze het land uit probeerde te smokkelen en toen kon hij zelf zijn biezen pakken.

Treurig detail is dat hij zijn (Japanse) vrouw en dochtertje moest achterlaten. Maar gelukkig (zegt hij zelf in de introductiefilm) kreeg hij in Nederland een nieuwe vrouw die hem een stuk of zes kinderen schonk. Eind goed al goed. Of zo. Ik zei toch al dat het een nare man was.

Het huis waarin het museum gevestigd is, is prachtig. Von Siebold zelf heeft er ook nog even gewoond, vertelt de website. De collectie is een allegaartje (zie boven), maar wel een mooi allegaartje! Aanrader voor als je in Leiden bent of naar Leiden wilt gaan.

Na afloop nog een drankje bij Vlot, een grandcafé op een boot en de eerste zussendag was een succes.

FEEST

Na een bijna eeuwigdurende pauze van meer dan een maand ben ik er weer.
Vandaag is onze 30e trouwdag en dat hebben we gisteren met een groot feest gevierd. Er werden ook wat opmerkingen over deze weblog gemaakt, dus ik moet wel een klein verslagje schrijven.

Het was heerlijk om allerlei dierbaren uit diverse periodes van ons leven bij elkaar te hebben. Hoewel we natuurlijk ook even hebben gedacht aan de mensen die er 30 jaar geleden nog wel bij waren, maar er inmiddels niet meer zijn.

Het was een geweldige avond met hapjes, drankjes, een DJ en er werd gekletst en gedanst. Een kleine foto-impressie met niet al te herkenbare mensen, omdat ik niet weet of iedereen dat even fijn vind.

Wij hadden een topavond en ik denk dat we niet de enigen waren.

Villa Maria 2

2 jaar geleden schreef ik er al eens over: Villa Maria. Lees dit even terug voor de broodnodige achtergrondinformatie. En wie schetst mijn verbazing dat de villa (weer) te koop staat!

Enthousiast appte ik vriendin E, die mijn vreugde meteen temperde: “We kunnen het nog steeds niet betalen!” Oh nee. Maar ik liet het er niet bij zitten. Op Funda zag ik dat er een soort appartementje op zolder is (en ik was helemaal vergeten dat ik dat in mijn onschuld al eens aan blogvriendin Emie had toegezegd). Als we nu de beide hoogbejaarde moeders (die van Pieter en die van vriendin E) eens op zolder zouden huisvesten? Met de verkoop van al onze huidige woningen zouden we dan toch een heel eind komen.

Vriendin E had er een hard hoofd in. “Hoe zie jij dat voor je met 4 eigenwijze mensen en 2 korte lontjes in één huis?” Ik moest even goed nadenken wie de eigenwijze mensen en wie de korte lontjes waren. “Toch lijkt het mij een goed plan”, hield ik vol. “Het is de ideale oplossing ook met het oog op toekomstig mantelzorgen.” Maar helaas hield E voet bij stuk.

Gelukkig las ik daarna in mijn blogje van 2 jaar terug dat Emie haar huis in Italië en dat in Delft wel wil inruilen voor een plekje op zolder in Villa Maria. Mag de wijnboer er gerust ook bij komen.