Schiedam

Jaren 80 Rotterdam, vrienden maken tijdens je studie: wat is er nu leuker dan dat? Gisteren had ik afgesproken met twee vriendinnen van toen en nu (de derde van dit groepje was helaas ziek, volgende keer is zij er vast weer bij). We gingen naar Schiedam. Eerst een beetje door de stad gewandeld en toen naar het Stedelijk Museum. Daar was een overzichtstentoonstelling van Maria Roosen. Zij werkt volgens de beschrijving intuïtief (daar ben ik geen voorstander van) en in haar geval betekent dat dat alles uiteindelijk tepels krijgt en op borsten lijkt. Toch waren er ook veel aansprekende werken bij. Vooral de zaal met het thema ‘gemis’ was ontroerend. Maria werkt niet alleen met glas, maar ook met papier en textiel en zij maakt aquarellen. 

In het museum op de begane grond is ook een zaal helemaal ingericht als levensgrote maquette van Schiedam in heden en verleden. Daar trof ik onder andere de geschiedenis aan van vrouwe Aleida van Holland (een verre voormoeder van vriendin A, een van mijn trouwste lezers). Heel interessant, omdat ik in de geschiedenislessen dit hoofdstuk kennelijk had overgeslagen. Aleida was regentes van Henegouwen voor haar zoon Jan II van Avegnes en ook voor haar neefje Floris V van Holland. Zij liet een kasteel bouwen in Schiedam (er is nog een half muurtje van over helemaal ingebouwd door een foei lelijk modern theater) en gaf Schiedam stadsrechten in 1275.

Tot slot zag ik de pantoffels van de Reus van Rotterdam.

Na ons bezoek aan dit leuke museum moest er geluncht en verder bijgekletst worden. Dat lukte allebei prima. De terugweg naar het station leidde via De Bonte Koe, een vermaarde chocoladewinkel, waar vriendin M inkopen deed. Oh ja, en we zagen op een poster ook nog dat Sinterklaas vandaag in Schiedam aankwam (beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen), maar daar hebben we niets van gezien.

Een gezellige dag, volgend jaar spreken we snel weer af.

Lunchpauze en -concert

Vriendin E en ik spreken elkaar altijd iedere week op maandagavond tijdens ons gezamenlijke zogenoemde uurtje ‘Spoorloos-kijken’. Dat doen wij al sinds jaar en dag en dat bevalt nog altijd prima. Jammer alleen dat Spoorloos van de buis is verdwenen. Dat is het ideale programma om bij bij te kletsen. Het is namelijk helemaal niet erg als je een stukje mist. Op de tweede plaats staat Ik vertrek, om dezelfde reden. 

Op dit moment volg ik een korte cursus hiërogliefen op maandagavond (hierover later meer), dus we hebben een pauze ingelast. Elkaar zo lang niet spreken, is natuurlijk ongezellig, dus we hadden afgelopen dinsdag een lunchafspraak. E is vrijwilliger bij de VAK en legt elke derde dinsdag van de maand kussentjes klaar voor het lunchpauzeconcert dat dan plaatsvindt in OPEN. Ik deed eens gek en ging als rasechte grijze dakduif naar het lunchconcert. Ik viel niet op in de grijze menigte. Ik had wel sjans met mijn buurman (oh brrr, hij was geen al te aantrekkelijke catch). Het concert was leuk. Een trio (met de geïmproviseerde naam van de pianist, het Thierry Casteltrio) speelde op vleugel, cello en drumstel heerlijke jazz. En dan te bedenken dat zij invielen voor een plots verhinderd trio!

Na afloop gingen wij naar de buren (Moodz) voor een smakelijke en gezellige lunch. Weer helemaal bijgepraat gingen we tevreden – en door de stromende regen – weer naar huis.

Luminiscence

Gisteren was het dan zo ver: huisgenoot P en ik gingen naar Luminiscence in de Oude Kerk. Dat is een soort ‘son et lumière’ wat je vroeger (grootmoeder spreekt nu over de jaren 70) uitsluitend in Frankrijk in de zomer bij een oud kasteel aan kon treffen. Dankzij de techniek is het tegenwoordig niet alleen wijd verbreid, maar ook nog eens vele malen professioneler dan toen.

Begin november ging Luminiscence van start in Delft. Uiteraard had ik er als VVV-er op 5 november al naartoe kunnen gaan voor de voorvertoning, maar dat was onze trouwdag. Ik had dus andere bezigheden. Tip voor hen die in de buurt wonen of een keer in Rotterdam moeten zijn: Aji in de Pannenkoekstraat. Overheerlijk gegeten! Maar dit terzijde.

Terug naar de Oude Kerk. De voorstelling is al verlengd met de hele maand januari en ik begrijp dat wel. Het is adembenemend. Maar je moet er wel wat voor over hebben. Op tijd aanwezig zijn, omdat er een half uur voor de start al een lange rij staat. Wij waren zo vroeg niet en stonden dus niet vooraan. Maar nog voor de aanvang van 18 uur zaten we toch (opgepropt) klaar op de houten kerkbankjes. Naast mij zat een man die zo nodig met zijn benen zo wijd moest zitten dat wij maar met z’n zevenen op een bankje paste in plaats van met z’n achten. De jongen van de organisatie nam daar geen genoegen mee en dreef ons net zo lang op totdat de man zijn benen keurig bij elkaar deed en er een extra zitplaats was gewonnen. Hij had overigens ook zijn telefoon op ‘standje ticket’, zodat ik steeds verblind werd als hij keek hoe laat het was. Tijdens de voorstelling stak hij de telefoon gelukkig in zijn jaszak. Dit in tegenstelling tot vele anderen. Kennelijk vinden de meeste mensen het prima om pas thuis te gaan kijken wat ze in de kerk hadden kunnen zien.

De voorstelling vertelt de geschiedenis van de Oude Kerk en Delft. De verteller (de bijzonder aangename stem van Daan Schuurmans) is de Oude Kerk zelf. Hij verhaalt van de bouw, de diverse rampen die de kerk hebben getroffen, de ontwikkeling van Delft en zijn bewoners. Het geheel wordt vergezeld van lichtprojecties op zuilen, plafond en een scherm voorin de kerk en begeleid door klassieke en moderne muziek en koorzang. Het duurt zo’n 50 minuten en ik vond het een prachtige belevenis. Ik probeer het verder niet na te vertellen, want dat lukt toch niet. Voor wie de kans nog krijgt: gaat dat zien!

“Wij zijn Delft” (2)

“Wij zijn Delft” is een project van René Jacobs, ik schreef er al eerder over net als stadsbloggenoot Emie. Ondanks mijn goede voornemens was het er nog steeds niet van gekomen om een of twee poppetjes te plaatsen, tot afgelopen vrijdag. Ik troonde huisgenoot P mee en door weer en wind en de regen trotserend liepen wij naar atelier en galerie ART Jacobs.

We werden hartelijk verwelkomd door René en na een snelle blik op onze vaste handen besloot hij dat we onze poppetjes op een bijzondere plek mochten plaatsen: in het linkervrouwspersoon op de voorgrond van het schilderij (de vrouw met het rieten mandje). De twee poppetjes moesten nog in de juiste kleur geschilderd, dus wij hadden alle tijd om even rond te kijken in zijn atelier. Dochter Sofie was bezig om de nodige poppetjes te kleuren voor een ander project, maar werkte naar eigen zeggen ook veel mee aan het “Wij zijn Delft”. Volgens haar trotse vader heeft Sofie vaak goede ideeën, die hij dan weer toepast.

Toen was het zo ver: wij mochten onze bijdrage leveren. Helaas hadden we geen tijd om onze actie op de gevoelige plaat vast te leggen, maar dat heeft René wel gedaan. Ik heb alleen foto’s van voor en na, maar dat is natuurlijk ook waar het om draait in dit project.

Verhuisd

Vorige week was dan eindelijk de langverwachte verhuizing van het VVV naar het Huis van Delft. Oorspronkelijk was de planning dat de bouw al eind 2021 gereed zou zijn. Jammer genoeg waren er de nodige tegenslagen en liep alles een aantal jaren uit. Maar woensdag sloten de deuren in het station en waren we een paar dagen dicht om in te pakken, te verkassen, weer uit te pakken en in te richten.

Zaterdag was het zo ver: om 10 uur openden we de (loodzware) deur van ons nieuwe onderkomen en hadden collega E en ik de eer om de allereerste dienst te draaien. Het was rustig – de loop moet er nog inkomen – maar de bezoekers die langskwamen, waren allemaal even enthousiast. In de ruimte is plaats voor toeristische informatie, souvenirs, maar er is ook veel aandacht voor Delftse ondernemers en hun producten. Denk aan bonbons van De Lelie, chocolade van Van der Burgh, kaarsen van de Stadskaarsenmakerij, meel van Molen de Roos, enzovoorts. Elke maand krijgt één van de Delftse ondernemers ruimte op onze stip om zijn/haar onderneming onder de aandacht te brengen. We trappen af met Molen de Roos.

Naast onze ruimte is aan de ene kant de Blue Gallery en aan de andere kant de Innovation Gallery. Die laatste is nog in aanbouw, maar de Blue Gallery is al bijna klaar. Het is nu al een enorme trekker met zijn 2000 vierkante meter Delftse canon in tegeltjes. Het kunstwerk van Job Smeets is nog niet helemaal af, dus de geïnteresseerden moesten achter glas kijken. Hopelijk lukt het om volgende maand de deur ook daar te openen. Ik heb uiteraard al wel foto’s kunnen maken.

Dure grap in Limoges

Gisteren op het nieuws hoorde ik van deze enorme diefstal uit het het Musée National Adrien Dubouché: twee bordjes en een vaas, bij elkaar 9,5 miljoen euro. Gelukkig heb ik deze kostbaarheden in juli nog kunnen bewonderen. Suf dat ik ze toen niet op de foto heb gezet. Ik hoop maar dat de dieven gegrepen worden en dat de gestolen waar weer terugkomt in het museum, waar het hoort.

Hierbij als toegift een foto van de hal in het museum met een beeld van de verzamelaar/oprichter van het museum Adrien Dubouch.

Huis van Delft (2)

Gisteren was de zomerborrel van Delft Marketing (waar de VVV-winkel onder valt. Voorafgaand daaraan kregen we een rondleiding door het Huis van Delft, waar ik al eerder over schreef. Toen (in 2021 nota bene) kon ik nog niet vermoeden dat dat mijn toekomstige werkplek zou worden (en ook niet dat het nog zo eindeloos lang zou duren). Maar na de zomer is dan zo ver: we gaan als VVV verhuizen van de stationshal naar het Huis van Delft. Onze toekomstige ruimte is dan klaar, dus die planning lijkt reëel. Het hele gebouw moet in elk geval begin 2026 gereed zijn.

Wij komen in het midden van het gebouw met aan de linker- en de rechterkant de Innovation Gallery. Ik citeer nog maar eens de website:  Het unieke van de Innovation Gallery is dat iedereen welkom is, de ruimte is vrij toegankelijk, en biedt – ook door de organisatie van educatie-projecten – de bezoekers een interessante inkijk in de wereld van wetenschap, technologie en kunst. Zo ontstaat er een Huiskamer in Huis van Delft, waar Delftenaren en bezoekers aan de stad welkom zijn. Ik voeg hier aan toe, dat de ingang van de VVV tevens de ingang van de Innovation Gallery is. Wij rekenen dus op veel bezoekers, niet alleen toeristen, maar ook Delftenaren.

Links en rechts komen twee ruimtes met een verschillend thema. Links ligt de nadruk op Delfts Blauw met het enorme kunstwerk van Job Smeets waarin de Canon van Delft wordt verbeeld. Het bestaat uit tegels voornamelijk in Delfts blauw en bedekt een oppervlakte van ruim 2.000 vierkante meter. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer je ziet. Werkelijk prachtig! Op de website van het Huis van Delft zie je er een foto van, maar die durf ik hier niet te plaatsen vanwege copyrights. Rechts van de VVV-ruimte  komt band met het huis van Oranje aan bod. Hoe dat er precies uit komt te zien, is mij nog niet duidelijk, want dat was nog een redelijke bouwplaats. Ook het Auditorium daar weer naast is nog niet klaar. Het wordt wel een mooie plek voor voorstellingen.

In het midden komen wij van de VVV. We krijgen tien keer zo veel ruimte als we nu hebben, wat zal dat heerlijk zijn! Hopelijk ook minder OV-vragen, als we duidelijk los staan van het station. Het zal nog wel even flink buffelen zijn voordat we echt verhuisd zijn, maar ik geloof wel dat we er allemaal heel veel zin in hebben.

En ook belangrijk: de zomerborrel bij De Gist was heel gezellig!

“Wij zijn Delft”

“Wij zijn Delft” is het nieuwe project van René Jacobs, beeldend kunstenaar in Delft. Zijn atelier en galerie ART Jacobs is gevestigd in de straat achter ons; ik kom er bijna dagelijks langs.

Op 15 december 2025 is het de 350e sterfdag van Johannes Vermeer (een andere beroemde Delftse kunstenaar). Op doe dag moet het project klaar zijn en in het Vermeer Centrum worden onthuld. Vrijdag 16 mei is er een begin gemaakt aan dit kunstwerk door mevrouw Mies Warfffemius, de oudste inwoner van Delft, zij is 106 lentes jong. Zij plaatste het eerste poppetje van de 110.851 poppetjes die het geheel gaan vormen. Als al die poppetjes geplaatst zijn, ontvouwt zich een “Gezicht op Delft”. Het sluitstuk – de laatste twee poppetjes – zullen geplaatst worden door de ouders van een dan net geboren kind. En rond is de cirkel.

Die 110.581 poppetjes zijn niet willekeurig gekozen: het is het verwachte aantal inwoners van Delft op 15 december a.s. (met of zonder Alexander Pechtold, onze nieuwe burgervader als alles volgens plan verloopt). Iedere inwoner van Delft is uitgenodigd om een poppetje te plaatsen en zo zijn/haar bijdrage te leveren aan het project. Ik ga dat zeker doen binnenkort.

Reclamemaker Delft

Sinds kort heb ik er een vrijwilligersbaan bij. Een ochtend in de week sta ik achter de balie bij het VVV van Delft in het station. Ik wijs mensen de weg naar het centrum, geef ze een plattegrond en tips mee en hoop dat zij Delft net zo leuk vinden als ik.

Bij het inwerkprogramma horen bezoekjes aan de toeristische hoogtepunten van de stad. Omdat ik min of meer tegelijk met collega M ben begonnen, leggen wij die bezoekjes ook samen af. Wel zo gezellig. Gisteren waren wij in het Vermeer Centrum en in de Oude Kerk. Het Vermeer Centrum geeft een prachtig overzicht van de werken van Vermeer. Er zijn maar weinig van zijn schilderijen over en van de 37 resterende werken zijn er slechts zeven in Nederland en nul-komma-nul in Delft. Maar in het Vermeer Centrum zijn wel replica’s van alle 37 werken. Zij hangen in chronologische volgorde en zijn op ware grootte. Als je ze zo allemaal achter elkaar ziet hangen, valt opeens pas goed op dat hij steeds dezelfde kamer schildert met hetzelfde raam waar het licht zo prachtig doorheen valt. Dat zijn vrouwen vaak hetzelfde geelgouden kleedje aan hebben met de bontrand, wist ik dan weer wel.

In de Oude Kerk was het vooral heel koud. Daarnaast konden we nog de muurschildering zien, die achter het monument van Piet Hein tevoorschijn was gekomen tijdens de renovatie van dit monument. Leuk om te zien, want straks – na de renovatie – verdwijnt de schildering er weer achter. Verder was er een tentoonstelling “Het had gekund” over Johannes Vermeer en Antonie van Leeuwenhoek. Zij zijn tijd- en stadgenoten, in hetzelfde jaar geboren in Delft en zij woonden bij elkaar in de buurt. De expositie gaat ervanuit dat zij boezemvrienden waren, waar volgens mij historisch totaal geen enkele aanwijzing voor is. Het was (in mijn ogen) ook een beetje een kinderachtige tentoonstelling met tekeningen van beide heren (te modern) en dialogen (te popiejopie). Dat gecombineerd met het feit dat zij elkaar waarschijnlijk amper kenden, maakte het voor mij een bevreemdende ervaring.

Gelukkig was het mooi weer en konden we op een zonnig terrasje weer warm worden en even bijkomen van alle indrukken, Toerist in eigen stad: het valt niet altijd mee.