Af en toe laten wij al onze principes varen en gaan op zoek naar een tweede huis. Vorig jaar hebben we zelfs een zoektocht gehouden in Montpellier. En kon onze vriend Olivier ons nog net behoeden voor de aankoop van een leuk appartement midden in een drugsbuurt. Geheel genezen kwamen we thuis. “Wij willen toch helemaal geen tweede huis!” herinneren wij ons geschokt.
En nu tijdens de corona-intellectuele-lockdown zocht ik opeens op Funda naar een huisje in Zeeland. Lekker Zeeuwse mosselen eten en een andere omgeving om in de weekends heerlijk te relaxen. Ik zag het helemaal voor me. Ook hier kwamen we bijtijds weer bij ons verstand.
En vandaag weet ik het heel zeker: geen tweede huis. Nooit, nergens. Mijn schoonmoeder, die grossiert in huizen, heeft net in januari haar huis in Frankrijk verkocht. Maar in Noordwijk heeft ze ook nog een appartement (zij woont in Groningen) en tijdens de lockdown was ze in het hoge en rustige noorden gebleven. Gisteravond voor het eerst in 6 maanden weer in Noordwijk trof zij een ontdooide vriezer aan met een ongelooflijke bende in de keuken. Daarnaast was haar parkeerpasje verlopen wegens te lang niet gebruikt. Eerst heeft zij een uur gewacht tot er een andere bewoner thuiskwam die haar binnen kon laten. En eenmaal binnen kan zij het parkeerterrein niet meer af. Dus moest ze vandaag per taxi naar Delft. Oh ja, de trein had ook gekund, maar dat ging te lang duren en wij zaten al met een heerlijke lunch klaar 😀.
Conclusie: huizen zijn kruizen. Beter één huis in Delft dan drie huizen elders. Zoals het klokje in Delft tikt, tikt het niet in Zeeland. Enzovoorts. Help mij herinneren als ik weer huizenplannen maak. Morgen of zo.