Verder met het vakantieverslag. Het volgende deel van de vakantie ging van Turijn naar Limoges met twee tussenstops. Het was nog knap lastig om Turijn uit te komen. Dat bleek deels ook te komen doordat de Italiaanse spoorwegen niet scheutig zijn met informatie over de Franse treinen. Uiteindelijk lukte het ons om plaatsen in de trein naar Lyon te reserveren. En Lyon op zijn beurt is een leuke stad, echt de moeite van een bezoek waard. In Montpellier rekenen ze Lyon tot Noord Frankrijk, maar wij vinden het vrij zuidelijk liggen.


Na Lyon verbleven we in Clermond Ferrand. Daar bezochten wij het Michelin Museum, van de banden en Bibendum, de inmiddels afgeslankte mascotte van Michelin. In tegenstelling tot mijn verwachting was het een heel interessant museum. Ik heb er een rare tic van overgehouden, namelijk dat ik nu overdreven interesse in autobanden heb ontwikkeld. Vooral voor die van vrachtwagens en tractoren. Hopelijk gaat het vanzelf weer over.


De laatste etappe die ik vandaag wil bespreken bracht ons naar Limoges. Sinds ik op mijn 15e De Porseleinboom-trilogie (over een porseleinfabriek) las van Olaf J. De Landell wil ik al naar Limoges. Eindelijk waren we er een keer zo dichtbij dat het onvermijdelijk was. En guess what? Het viel niet tegen! Ik ging natuurlijk uitsluitend voor het Porseleinmuseum en dat was inderdaad geweldig! Eerst een introductie over het proces van porselein maken en daarna een museum met een geweldige collectie porselein. Niet alleen uit Limoges zelf, maar ook uit o.a. China, Delft (natuurlijk) en nog veel meer. In een klein winkeltje in de stad heb ik porseleinen oorbellen gekocht en ik ben de trilogie over de Porseleinboom gaan herlezen. Nog een meevaller: ook de boeken vallen na zoveel jaren van idealisering niet tegen.



