Theeceremonie

Zoals lang geleden beloofd een verslag van het bezoek aan theehuis Moychay in Amsterdam. In het kader van de theecursus togen we naar Amsterdam. Iedereen had zich er enorm op verheugd getuige de zin die onze juf tot wanhoop dreef: “Vandaag het hoogtepunt van de cursus.” De juf vond dit minder aardig, omdat het de enige les is, die zij niet zelf gaf. Gelukkig voor haar bleek het zeker niet het hoogtepunt van de cursus. De ambiance was weliswaar erg leuk, maar de uitvoering liet iets te wensen over.

We zaten achterin de theewinkel in een kringetje rondom een gasbrander met een glazen theepot. Na een uur zagen we belletjes in het water verschijnen: de zogenoemde krabbenoogjes. Snel gooide de theemevrouw er koud water bij en de belletjes verdwenen weer. Na een poosje was het water weer zo warm dat de oogjes terugkeerden. En nog iets later werden het vissenogen (die zijn groter dan krabbenogen). De theemevrouw roerde verheugd in het water met een bamboetang. Wij keken ademloos toe. Toen het water bijna kookte, gooide zij de thee (van een Nederlandse theeplantage) erbij en moest het geheel nog even trekken. Iedereen kreeg een kopje en het was best lekkere thee.

Hierna werd een groepsfoto gemaakt en kregen we de hele rimram nog eens te zien inclusief alle ogen. Deze keer ging er andere thee in de pot en kregen we daar nog een kopje van. Al met al duurde het erg lang en had ik mij bij een theeceremonie iets meer ceremonie voorgesteld. Ik weet ook niet precies hoe, misschien iets met kimono’s en toverspreuken of zo.

Ik heb na afloop wel een theesteen gekocht. Dat is geperste thee waar je een stukje af kunt breken om thee van te zetten. Terugkijkend was het uiteindelijk best een geslaagd uitje, maar zeker niet het hoogtepunt van de cursus.

HOVO voor gevorderden

Terwijl de theecursus gezellig doorsuddert en de nierbandman goed naar ons heeft geluisterd (hij draagt zijn band tegenwoordig onder zijn trui en is bovendien niet meer zo enorm aanwezig), zijn zus en ik aan onze tweede HOVO-cursus van dit jaar begonnen. Het is heel anders, want waar de theecursus heel informeel is, wij de hele les door thee mogen proeven en mooie theepotjes, theelepels en theetabletten kunnen bewonderen, is deze cursus twee uur lang stilzitten en naar de docenten luisteren. Het onderwerp is Leidens Beleg en Ontzet (1573-1574) en het is adembenemend interessant en teleurstellend tegelijk. Als geboren en getogen Leienaar ben ik opgevoed met 3 oktober. Elk jaar een groot feest waarin het Ontzet van Leiden heftig wordt herdacht en gevierd. Welke Leienaar heeft niet meegelopen in de Taptoe op 2 oktober en in de Optocht op 3 oktober, meegezongen met de koraalmuziek ’s ochtends vroeg, in de rij gestaan voor gratis haring en wittebrood en op de kermis misselijk geworden van banaan-met-slagroom? Vanaf de lagere school alle geschiedenisfeiten geïndoctrineerd gekregen: hoera voor de Watergeuzen en voor die dappere burgemeester Van der Werff. Ik zei het al: uitermate teleurstellend deze colleges: één voor één worden alle 3 oktobermythes om zeep geholpen. Geen hongersnood, geen haring en wittebrood, geen zielig weesjongetje dat bij Lammenschans een kookpot vol hutspot vond en burgemeester Van der Werff heeft ook helemaal niet aangeboden dat de Leidenaren zijn lichaam dan maar moesten opeten. Integendeel: hij wilde de stad overleveren aan de Spanjaarden. 

Ondanks deze les omgaan met teleurstellingen is het een leuke serie. Twee docenten die goed kunnen vertellen (dat is een soort aangeboren eigenschap bij geschiedenisdocenten) en we zitten weer in het prachtige, oude gebouw Gravensteen naast de Pieterskerk. Wel weer een klein minpuntje: de vervelende mevrouw van een paar cursussen geleden is er ook weer. Gelukkig heeft zij weinig geschiedenisexperts in haar familie en is ze dus iets beter te handelen deze keer. Ze komt nog wel altijd met veel misbaar te laat. En ik hoop dat zij in een andere groep zit als we op de laatste dag naar de Lakenhal gaan.