Vorige maand bezocht ik samen met oud-collega R het Fotomuseum in Den Haag. Ik was daar nog nooit geweest en dat is wel verbazingwekkend, want het is naast een van mijn lievelingsmusea (het Kunstmuseum, voorheen het Gemeentemuseum) gelegen.
Na een kopje koffie-met-bijpraatje gingen we het museum in. Wat een bof! Er waren twee prachtige tentoonstellingen. De eerste was van Tai Shani. Ik vond de hele expositie totaal onbegrijpelijk. Maar wel heel erg indrukwekkend. Volgens het begeleidend schrijven is zij geïnspireerd door Mondriaan en Klimt, maar ook dat ontging mij helemaal. Nu ik er thuis over nadenk zullen de golven en de bollen wel via Klimt komen en de primaire kleuren via Mondriaan. Er waren dus veel repeterende thema’s, namelijk grote bollen, golven en primaire kleuren. In de eerste zaal hingen tekeningen in die thema’s en in de tweede zaal stonden installaties op grote tapijten met dezelfde thema’s. Bovendien kwamen er hier wat lugubere zaken bij zoals een vaas met een mensenhoofd, een zwarte kat en glazen sarcofagen met onduidelijke inhoud. Het is zo moeilijk om kunst uit te leggen. Je moet het gewoon ondergaan. R en ik waren er een beetje stil van in elk geval. Misschien ook gek gemaakt door de psychedelische muziek die het geheel begeleidde, wie zal het zeggen. Om een betere indruk te krijgen kan je beter even hier lezen. Dat heb ik zelf ook gedaan en ik begrijp nu dat ik het allemaal niet begrepen had toen ik er was.
Om kunst beter uit te leggen (en misschien ook om aan mijn begrip te werken) zou ik mijn project kunstgeschiedenis studeren moeten starten, maar daar heb ik momenteel nog geen zin in. Ooit volgde ik in Frankrijk een college in dat vak en dat was superleuk en interessant. Op die manier heb ik de futuristen leren kennen en appreciëren. Nog zo veel te doen!
De tweede tentoonstelling die we bekeken was van Rob Hornstra en heet Ordinary people. Het isceen onderdeel van een heel concreet project, namelijk het dagelijks leven in Europa vastleggen. Hier zal hij, in samenwerking met schrijver Arnold van Bruggen, tot 2030 aan werken. De foto’s zijn op groot formaat afgedrukt, meestal in kleur en op veel foto’s zijn mensen afgebeeld. Logisch als je het dagelijks leven wilt vastleggen. Hierdoor lijkt het bijna alsof je zelf onderdeel wordt van dat leven, zelfs al staat het ver van je af zoals bijvoorbeeld een foto van een slager met bebloede kleren en een groot mes in zijn hand.
Deze tentoonstelling is nog te bekijken, die van Tai niet meer. Over de andere twee tentoonstellingen (foto’s van ontvangstruimtes van organisaties in Brussel die invloed willen uitoefenen op de Green Deal – een lobby van de lobby dus eigenlijk – en foto’s gemaakt door Lucebert) waren we minder enthousiast. Dus die laat ik hier ook buiten beschouwing.