Heidertjedei

Laatst opperde ik dat collega P – die maar niet antwoordde in onze groepsapp – waarschijnlijk op heidertjedei was. Collega C riep direct ‘boomer’ (haar geliefkoosde uitdrukking voor Collega P en mij) en vroeg wat dat dan precies zou zijn, dat heidertjedei. “Weet jij dat niet?” vroeg ik verontwaardigd. Ervan overtuigd dat iedereen deze uitdrukking kent, was ik daarna extra verbaasd dat mede-boomer P ook geen idee had.

Mijn moeder ging vroeger regelmatig op heidertjedei. Het betekent zoiets als met vriendinnen de hort op. Ze kwam altijd uitermate tevreden en vrolijk thuis van zo’n dagje boemelen en ik nam mij als kind voor om later ook veelvuldig op heidertjedei te gaan.

Ik vroeg mijn zus of zij wist waar heidertjedei vandaan komt, maar zij dacht eigenlijk ook dat het een gewone, Nederlandse uitdrukking was. “Misschien is het Brabants?” opperde zij nog. Dat zou kunnen, want onze moeder is in Roosendaal opgegroeid. Of misschien toch een Vlaardings familiewoord?

Onze Taal moest uitkomst brengen. Ik stelde mijn vraag en kreeg een dag later al een teleurstellend antwoord. “Helaas hebben we niets over ‘heidertjedei’ kunnen vinden. We vermoeden dat het familietaal is, een uitdrukking die alleen in kleine kring gebruikt werd; het is ons niet gelukt om iets te vinden wat erop lijkt.”

Familietaal dus en met uitsterven bedreigd door gebrek aan nakomelingen bij zus en mij. Gelukkig heb ik collega C bereid gevonden om de uitdrukking op haar kinderen over te dragen. En aangezien zij vaak en uitgebreid op heidertjedei gaat, zal dat vast wel lukken!

De Parade

Afgelopen dinsdag gingen we naar De Parade in Den Haag. Zoals inmiddels traditie is, hadden we het bezoek gepland met onze buurvrienden M en H. Wat jammer dat vriendin M ziek was en niet mee kon!

Na een onderbreking van twee jaar was het enorm leuk om weer over het terrein te struinen, een drankje te drinken en verschillende voorstellingen te bezoeken. We hadden een nogal strak ingepland programma (met dank aan H), dus af en toe moesten we ons haasten om op tijd (of net iets te laat) bij de volgende tent te komen.

Tussendoor hadden we nog net tijd voor een curry. Aangeprezen als mild-pittig vraag ik mij nog steeds af hoe gewoon pittig dan zou hebben gesmaakt. Maar het stond snel voor onze neus en smaakte erg lekker.

De opbouw van onze voorstellingen was goed gekozen en we eindigden met het absolute hoogtepunt van de avond: Steef de Jong met Een Luitenant. In zijn eentje speelt Steef, een beetje een oenige jongeman, alle rollen in deze Weense operette. Dus niet alleen de luitenant zelf, maar ook zijn verloofde (een prinses), het kamermeisje, de koning, een neef van de koning en een heel Weens damesorkest. Het decor is een levensgroot boek waarin alle verschillende scènes en personages zijn afgebeeld en waar de luitenant op ingenieuze wijze doorheen kruipt, met zijn verloofde een dansje doet en verschillende duetten zingt. Razend knap!

Tot slot nog een tip voor een tussendoortje: Hendrick’s Komkommerkabinet. Het is een soort kruising tussen een poppenhuis en een museum met “een serie wonderbaarlijke en nooit-vertoonde komkommers”. Met aan het einde een gin-tonicbar 🍸

Marskramerpad

Gisteren liepen wij etappe 19 van het Marskramerpad. Dat is een LAW (Lange-Afstand-Wandelpad) van 20 etappes. Deze etappes voeren je van Bad-Bentheim in Duitsland naar Scheveningen. Wij sloegen etappe 1 t/m 18 over en liepen van Leiden naar Wassenaar. Dit alles was bedoeld om mijn nieuwe, hoge wandelschoenen in te lopen voordat wij naar Zuid-Limburg vertrekken.

De start in Leiden voerde ons langs de Lorenzhof, het verzorgingshuis waar mijn moeder de laatste 10 jaar van haar leven woonde. Sweet en minder sweet memories. In elk geval leuk om weer eens door de wijk van mijn jeugd te wandelen. Even verderop langs Cronesteyn, (sweet) memories voor Pieter, aangezien zijn oma daar heeft gewoond.

Dwars door Voorschoten (goede lunchplek bij Floris V) liepen we naar Wassenaar. Mooie groene wandeling, we kwamen op plekken waar we nooit eerder waren. Dat vind ik misschien nog het leukste van wandelen: hoe dichtbij ook, er zijn altijd onbekende paden en gebieden. Via landgoed De Horsten wandelden wij koninklijk verder richting het eindpunt: de bushalte naar Den Haag Centraal. En wat een bof: na 2 milliseconden kwam de bus en eenmaal op het station stond ook de trein al klaar voor vertrek. Zulk vlot OV maak je tegenwoordig niet vaak meer mee 😀

En wat betreft het inlopen der schoenen: is redelijk goed gegaan. Na een uur kreeg ik drukpijn aan één enkel en heb ik de veters wat losser gedaan. Daarna ging het een hele tijd beter, maar het laatste half uur knelde het toch weer. Ik moet dus nog wat experimenteren met hoe strak de veters en door hoeveel lusjes ik ze haak. Thuisgekomen bleken de veters van de schoen waar ik geen last van heb los te zijn gegaan zonder dat ik dat heb gemerkt. Misschien is dat de oplossing?