Nog maar net weer op gang komt ons sociale leven alweer piepend en krakend tot stilstand. Na ruim twee jaar is Pieter dan toch besmet. Gevaccineerd en geboosterd heeft hij gelukkig weinig last. Het lijkt meer een flinke verkoudheid dan influenza. Maar hij is wel aan huis gebonden, dus onze balletvoorstelling en het concert van Patrick Bruel hebben we maar even uitgesteld en afgezegd 🥲.
Zelf voel ik mij nog kiplekker, maar doe met het oog op onze kwetsbare medemens maar weer een mondkapje op in de winkel. Pieter is zelf waarschijnlijk ook besmet door iemand zonder symptomen. Dus beter safe then sorry.
Vorige week was ik opeens grieperig en maakte dus een afspraak voor een coronatest. De testlokatie bij ons om de hoek was kennelijk volgepland voor de komende weken, maar ik kon in Rijswijk terecht. Ook prima. Op de fiets gewapend met Googlemaps ging ik op weg. Al snel reed ik achter een meisje dat ongeveer in mijn tempo fietste en ik bedacht dat zij hoogstwaarschijnlijk ook op weg was naar een coronatest in Rijswijk. Dat is al sinds jaar en dag mijn strategie als ik ergens naartoe ga waar ik nooit eerder was: iemand volgen met dezelfde bestemming en je hoeft nooit te verdwalen.
Uiteindelijk kwamen we toch op de Drieseweg en toen we voor de 3e keer langs een huis reden waar een mevrouw hartstochtelijk zwaaiend uit een keukenraam hing, herkenden wij onze tante. Wat een wonder dat oom en tante ons zonder blikken of blozen Oma mee teruggaven. Tante R gaf wel verdacht veel eten mee voor onderweg. Waarschijnlijk had ze er weinig vertrouwen in dat we Oma voor etenstijd weer thuis zouden afleveren.
Het was zeker niet de laatste keer dat ik ergens eindigde waar ik niet hoefde te zijn dankzij deze volgstrategie. Maar deze keer had mijn intuïtie mij niet bedrogen: het meisje op de fiets was inderdaad op weg naar een coronatest! Ik zette mijn fiets naast de hare, we waren tegelijk aan de beurt voor de test en ik kon rustig weer achter haar aan de wijk uitfietsen richting Delft. Superhandig! Alleen ben ik nu heel benieuwd of haar test ook negatief was. Maar dat zal ik helaas nooit weten.
Het is natuurlijk geen Zuid-Limburg, maar vanuit Delft kan je ook leuk wandelen. Op de eerste dag liepen we van Voorschoten door de Vlietlanden naar Leidschendam.
Dag 2 was voor het flinkere werk: van Katwijk naar Scheveningen.
Katwijk, Soefitempel
Deel van de Atlantikwall (antitankmuur)
Eindpunt Scheveningen
En toen waren we zo moe dat dag 3 een lummeldagje werd. De cholerasingelwandeling in Rotterdam (slechts 8 kilometer) en inkopen doen bij Bever: wandelschoenen en -sokken voor mij, een rugzakje voor Pieter, een pet en nog een buff voor mij. Ik heb een ideale pet die open is aan de achterkant. Ik ben al jaren op zoek naar een vervanging en denk dat ik die nu heb gevonden. Gelukkig maar, want sinds Pieter de fietspomp op mijn oude heeft gelegd, zitten daar enorme smeervlekken op. Echt tijd voor een nieuwe dus.
Schoenen
Die cholerawandeling voerde ons langs diverse singels. Samen vormen die singels een lint van waterlopen aangelegd in de 19e eeuw rondom de oude binnenstad. Dit ‘Waterproject’ moest een oplossing bieden voor de problemen die in de 19e eeuw ontstonden door de explosieve groei van de ‘buitenstad’. Dit ging gepaard met belabberde hygiënische omstandigheden en een slechte waterkwaliteit: een dankbare voedingsbodem voor de cholerabacterie. Behalve het verbeteren van de waterkwaliteit diende het Waterproject als ordening voor de stedelijke groei en verfraaiing van de omgeving. De wandeling loopt door de oudste buitenwijken van Rotterdam.
En zo kwamen wij op drie achtereenvolgende dagen op plekken vlakbij Delft waar we nog niet eerder waren geweest.
Wat een heerlijk lenteweer. We moesten er nog even van genieten, want blijkbaar gaat het komend weekeind weer vriezen. Totaal krankzinnig, dat weerbeleid.
Gisteren fietsten wij met de genietopdracht in de zak naar Voorburg. Daar startte onze wandeling door prachtig Voorburg, langs diverse landhuizen, door veel parken en chique straten. Voorburg is wel een beetje deftig en zijn bewoners zijn dat ook.
Maar ze doen ook rare dingen, zoals afschuwelijk lelijke vogelhuisjes ophangen in die parken. Ik heb er met tegenzin eentje op de foto gezet, maar er hingen er veel meer. Gelukkig viel er ook kunst te bewonderen. Een bootje vol mensen met de titel Spelevaren was extra grappig dankzij de twee kinderen die er vlak naast echt aan het spelevaren waren. Op de foto helaas bijna onzichtbaar.
We genoten van bloeiende bomen. Sommige met bloesem, een andere met een paar schoenen, hoe bijzonder, en weer een ander met een rode bewoner. En natuurlijk plukjes sneeuwklokjes. Het was prachtig en we vroegen ons af of we niet naar Voorburg moesten verhuizen. Maar ja, dat denk ik bij alle uitstapjes die ik maak. En het antwoord is toch altijd weer ontkennend. We wonen natuurlijk prima in Delft (zie de naam van deze weblog). Af en toe ergens anders kijken verandert daar niks aan.
Het idee was eigenlijk dat we de laatste dag in Zutphen zouden blijven, nog wat ronddrentelen, lunchen en richting Delft. Maar eigenlijk was ik Zutphen wel een beetje zat. En toen ik ontdekte dat in Doesburg het Lalique Museum gevestigd is, was de keuze snel gemaakt. Op naar Doesburg.
Kroonluchter. De tulpen heb ik niet op de foto gezet.
Ik ben vooral groot fan van zijn fijnere werk; van de broches word ik enorm hebberig. Maar ook zijn glazen vazen zijn prachtig. Vogels en bloemen spelen een belangrijke rol in zijn werk. Dat komt doordat hij de eerste 8 jaar van zijn leven bij zijn grootvader op het platteland geeft gewoond. Daarna haalden zijn ouders hem naar Parijs waar zij woonden en werkten.
De foto’s zijn niet altijd even mooi, maar het gaat om het idee.
Na de lunch bij de oudste horecagelegenheid van Nederland (serieus, het stond op het bord buiten en ze staan ermee in het Guinness Book of Records) en een ommetje door Doesburg kwam er een einde aan deze korte, maar leuke vakantie.
Terug in Delft zijn we bij ons op de hoek bij Lakila gaan eten. Toch nog een beetje vakantie 😀.
Het was lekker weer om te lopen, niet meer zo bloedverziekend heet als dinsdag 🌞. We liepen door een heel ander landschap ook. Veel bos, maar ook maïsvelden en weiland. Regelmatig moesten we beekjes en sloten oversteken. Hoewel die vaak maar halfvol water stonden, namen we voor de zekerheid toch maar de bruggetjes of in geval.van de IJssel de veerpont.
Kasteel Vorden
Thema paddestoel
Thema paddestoel
En zo stapten we 30 uur later hetzelfde hotel in Zutphen weer binnen. Maar wij zijn niet meer precies hetzelfde als toen. 40 kilometers in de benen en mooie ervaringen rijker.
Halve Heleen in Deventer
Halve wielrenner in Zutphen
Naast het thema paddestoel speelde er nog een ander thema: halve mensen.
Na het stadse dagje gisteren (daar komt later nog wel een keer een verslagje van) moesten we vandaag weer flink aan de bak. De SNP wilde graag onze bagage rond 9 uur ophalen, dus de wekker werd vroeg gezet.
Omdat we weinig horeca zouden tegenkomen, zijn we eerst maar wat mondvoorraad gaan inslaan. Broodjes, droge worst, bananen: zo komen we de dag wel door.
Om te beginnen maar eens de IJssel oversteken met een pontje. En daarna was het eigenlijk alsmaar door de uiterwaarden struinen.
Gelukkig stuitten we rond koffietijd (voor mij ontbijttijd) toch nog op een terras waar ze erg lekkere perenkruimeltaart hadden. Gemaakt met heel weinig suiker en peren uit de naastgelegen boomgaard.
Bij de ruïne van Kasteel Nijenbeek prachtig uitzicht en de oudste en de grootste Canadese populier van Nederland.
Hoewel het flink warm begon te worden, verliep deze tweede wandeldag weer voorspoedig. Tegen half drie kwamen we aan in Zutphen. Helaas rekende hotel pas om 16 uur op ons. Lekker gastvrij. We moesten dus nog een uurtje op een terras doorbrengen. Heel vervelend 😀
Gisteravond dankzij een tip van collega N, die een extended schoonfamilie in en om Deventer heeft, heerlijk gegeten bij Bird aan de IJssel. Een Aziatische keuken met kleine gerechten om te delen. Erg lekker!
Goed geslapen op de vide en ook midden in de nacht de steile trap overleefd. Toen gingen we ontbijten. Vanwege covid19 moesten we in shifts. Maar de ontbijtzaal was zo klein dat het absoluut onmogelijk was om coronaproof te blijven. Nu is het ontbijt toch al niet mijn favoriete maaltijd, op 50 centimeter van 3 drukke stellen zitten, maakte het er niet beter op. Morgen doen we zelf wel iets.
Om wandeldag 1 rustig te beginnen namen we de bus naar Olst. Daar startte de route die ons terug zou voeren naar Deventer. Het was lekker weer, een mooie omgeving, niet al te druk met dagjesmensen, kortom prima voorwaarden allemaal.
We liepen langs de IJssellandse waterlinie met kazematten, langs kastelen en landgoederen. Landhuis De Haere waar we precies op tijd waren voor de lunch en landgoed De Rande waar we precies op tijd waren voor een glaasje muntthee. Ik kocht daar ook meteen een vakantiesouvenier voor de letterbak: een geluksschaapje. Dat is nog nooit gebeurd: op dag 1 meteen een geschikt souvenir. Wat een rust de rest van de week!
Langs de uiterwaarden van de IJssel liepen we zo Deventer weer in. Fijn eerst dagje, met 15 kilometer en nog niet al te tropisch rustigaan ingelopen. Morgen rustdag om Deventer te bekijken 😀
We zijn aangekomen in Deventer. Leuk 600 jaar oud hotel aan de IJssel. We hebben geen kamer, maar een heus appartement. Met doodenge stalen trap naar de slaapzolder 🙀
Morgen de eerste wandeling, maar nu eerst een goede eetplek zoeken.
Het weer was niet erg veelbelovend, dus we begonnen vandaag met een bezoek aan het Von Sieboldhuis op het Rapenburg in Leiden. Jammer genoeg wss de vaste collectie nauwelijks te bewonderen. Er was maar een klein kamertje toegankelijk, de grote panoramakamer en de kelder waren gesloten. De tentoonstelling over katten in de Japanse kunst was wel interessant. Die ontzettend lelijke zwaaiende kitschkatten (meneki neko) blijken gelukskatten te zijn. Het opgeheven rechterpootje brengt rijkdom en geluk, maar is het linkerpootje opgeheven, dan brengt dat klanten binnen. En hoe hoger het pootje hoe groter het geluk. Of hoe meer klanten natuurlijk.
Na deze enerverende indrukken en een lunch bij Pardoeza, dat al heel lang geen Pardoeza meer heet, maar ik kan niet wennen aan die nieuwe naam, was het droog en kon er gewandeld worden!
De wandelzapp had een mooie tocht voor ons in petto via de binnenstad – waar ik een van de vele muur gedichten fotografeerde – naar de Leidse Hout. Geboren en getogen in Leiden was het volgens mij de eerste keer dat ik daar wandelde 😀. Langs Oud Poelgeest, een statig landgoed waar Herman Boerhave (van het Museum Boerhaave) nog heeft gewoond.
Het laatste stukje naar het station toch nog kleddernat geregend, maar het was een leuk dagje.